soorten
Acht van de verschillende soorten komen van het vaste land van Afrika. De negende soort, de agapornis canus, komt oorspronkelijk uit Madagaskar. In het wild zijn de leefomgevingen van de verschillende dwergpapegaaien verspreid. Dwergpapegaaien leven in kleine groepen en eten hoofdzakelijk fruit, groenten, sommige grassoorten en zaden. De agapornis taranta eet ook graag vijgen.
Sommige dwergpapegaaien zijn seksueel dimorfismisch. Bij deze soorten is er een duidelijk verschil tussen de man en de pop. Dit zijn de agapornis taranta, agapornis canus en agapornis swindernianus.
Totaal zijn er 9 soorten dwergpapegaaien:
Kenmerken
Grijskopdwergpapegaaien zijn seksueel dimorf, wat betekent dat het mannetje en het vrouwtje verschillend zijn in uiterlijk. Het mannetje heeft een grijze kop, waarvan ook de naam grijskopdwergpapegaai, borst en keel, een donkergroene rug en vleugels en een appelgroene stuit en onderdelen. Het vrouwtje verschilt van het mannetje door de afwezigheid van grijze kleuring, zij is geheel groen. Grijskopdwergpapegaaien worden zo'n 13 centimeter lang.
Als volièrevogel
Grijskopdwergpapegaaien zijn schuwe vogels en daarom moeilijk in gevangenschap te houden. Omdat ze in de vrije natuur in kreupelbossen leven en ze zich graag terugtrekken wanneer ze schrikken, kan men deze papegaaien slechts houden in een goed beplante volière. Ze broeden in nestkasten, waarvan ze alleen de bodem bedekken voor het nest. Daar ze in de vrije natuur nooit in kolonies broeden, wordt ditzelfde gehandhaafd in volières.
De Roodmasker Agapornis ook wel de Roodmaskerdwergpapagaai of Agapornis pullarius genoemd, komt van oorsprong uit West- en Equatoriaal-Afrika.
Uiterlijk
Grotendeels groen vogeltje met een geelgroene borst. Het voorhoofd, wangen en keel zijn warmrood. Het snaveltje is iets meer oranje-rood. Aan de zijkant van de vrij korte staart zit een rode band met een randje zwart. Het vrouwtje heeft een minder felrood kopje en de rode delen zijn ook kleiner. De totale lengte van deze vogel is 13–14 centimeter
Deze vogels zijn niet erg sterk en moeten zorgvuldig geacclimatiseerd worden. Hun dagelijks menu bestaat uit een mengsel van witzaad, gepelde haver, gierst, en zonnebloempitten in een verhouding van 2:2:2:1. Daarbij zo af en toe wat groenvoer zullen ze op prijs stellen.
De Engelse benaming ‘lovebirds’ geeft al aan dat ze het beste als koppeltje gehouden kunnen worden, dit komt hun welzijn ten goede. Ze kunnen in een ruime volière ook goed samen met andere grotere vogels gehouden worden.
De Agapornis Taranta, ofwel Abessijnse agapornis komt vooral in Ethiopië voor. Het vogeltje is zo'n 17 cm groot, daarmee is ze de grootste van alle negen soorten. Ze huist in open bossen. De vogel zelf is vooral groengekleurd. Wel is er op het hoofd van het mannetje een rode tint aanwezig rond de streek van de ogen. De vleugels zijn blauwzwart gekleurd.
Herkomst en leefmilieu
De Taranta is afkomstig uit midden en oost-Ethiopië en uit het zuiden van Eritrea. De Taranta´s leven op een hoogte van 1300 tot 2000 meter en omdat ze aan deze grote hoogte gewend zijn kunnen ze heel goed tegen lage temperaturen. Taranta’s kunnen dan ook gerust ‘s winters in de buitenvolière worden gehuisvest. Natuurlijk moeten ze wel kunnen beschikken over een tocht- en regenvrij nachthok. In de uitgestrekte hooglanden bewonen ze open wouden.
In 1906 kwam deze vogelsoort voor het eerst naar Europa. Buiten de broedtijd leven deze opmerkelijke vogels in kleine groepen bij elkaar in boomholten. Hun voedsel bestaat hoofdzakelijk uit zaden, bessen en vruchten. Regelmatig bezoeken ze de lager gelegen gebieden op zoek naar voedsel.
Ook maken de vogels hun nesten in boomholten. De pop maakt hierin een ondiep komvormig nest van kleine stukjes twijg, gras of blad. Dit nestmateriaal wordt tussen de lichaamsbevedering gestoken. Vlak voordat de pop gaat leggen verliest ze een deel van haar borstbevedering waarmee ze het nest stoffeert. Dit gedrag is enkel vast te stellen bij de taranta en niet bij de andere agapornidensoorten.
heb ik momenteel nog geen informatie over sorry en bedank voor het begrip harpij..
De perzikkopagapornis (Agapornis roseicollis, Engels: rosy-faced lovebird, peach-faced lovebird) is een dwergpapegaai die omstreeks 1793 werd ontdekt maar toen werd aangezien voor een roodmaskeragapornis (Agapornis pullarius), een andere soort van hetzelfde geslacht. Pas sinds 1817 wordt de perzikkopagapornis als aparte soort beschouwd.
De perzikkopagapornis leeft in het zuid-westen van Afrika zoals in de Namibwoestijn en in Angola. Hij is met zijn 15 cm de grootste van de 9 soorten. Het is ook de meest gehouden soort omdat hij het makkelijkste tam te maken is. Er zijn dan ook vele mutaties en kleurslagen van bekend zoals albino, lutino en pastel.
Dwergpapegaaien kunnen zeer goed geluiden imiteren, maar praten kunnen ze over het algemeen niet (al zijn er gevallen bekend waarin de vogel woordjes kan brabbelen). Van de roseicollis is slechts één ondersoort bekend, genaamd Agapornis roseicollis catumbella. Deze is iets kleiner van formaat, wat intenser van kleur en heeft een licht oranje snavel. Voor de rest is hij gelijk aan de nominaatvorm. Agapornis roseicollis catumbella werd in 1955 erkend. Naar alle waarschijnlijkheid komt deze soort niet in Nederland voor. In de vrije natuur leven ze in groepen van ongeveer 20 à 30 koppels.
dit is chico mijn roseicollis
Fischers agapornis of Rozekopdwergpapegaai (Agapornis fischeri) is een dwergpapegaai behorend tot de familie van de parkietachtigen (Psittacidae). De totale lengte van kop tot puntje van de staart bedraagt 13 tot 15 centimeter.
De vogel komt voor in de tropische gebieden van Afrika waar hij leeft in grote groepen in bomen.
Buiten het oorsprongsgebied wordt de Agapornis vaak gehouden door particulieren als kooi- of volièrevogel.
Agapornis personatus:
De Zwartmaskeragapornis, ook wel zwartmasker dwergpapegaai, (Agapornis personatus) is een Agapornidesoort oftewel een dwergpapegaai die omstreeks 1885 werd ontdekt in Noordoost-Tanzania. Het leefgebied van deze Agapornidesoort bevindt zich zo'n 80 kilometer van het grootste meer van Afrika, het Victoriameer. Evenals Fischers agapornis (agapornis fisheri) is het woongebied savanne, een dor grasland met bomen en struiken. Het voedsel bestaat voornamelijk uit graszaden en bessen die ter plaatse te vinden zijn. De Personatus nestelt in holle bomen. Net zoals bij andere Agaporniden worden de eieren om de dag gelegd en in ongeveer 23 dagen bebroed.
Uiterlijk
De wildvorm Personata heeft een zwarte kop, gele borst en nekband. Rond de bruine ogen zit de typische witte oogring. De algemene kleur is groen waarbij de vleugelbocht een gele rand heeft. De snavel is dieprood, de poten grijs en de nagels donkergrijs.
beste lezer sorry alweer maar over de agapornis lillanae
heb ik tijdelijk geen informatie bedankt voor uw begrip.
De zwartgezichtagapornis (Agapornis nigrigenis) is een papegaai die voorkomt in het zuidwesten van Zambia. Deze Agapornis heeft zwarte wangen en ziet er bijna hetzelfde uit als de zwartmaskeragapornis (Agapornis personatus).
zo dit was een beetje informatie over de soorten ik hoop dat ik jullie een beetje meer heb bijgeleerd vriendelijke groeten: harpij.
Maak jouw eigen website met JouwWeb